Zoeken in deze blog

dinsdag 14 juni 2011

Waarom én-én-én-én niet meer opgaat

                                                               Jan Rotmans
                               Hoogleraar Duurzaamheid & Transities
                                     Erasmus Universiteit Rotterdam
                                          voorzitter van Urgenda


De eerste 10 jaar van mijn carrière heb ik mij bezig gehouden met het klimaatvraagstuk, met name met integrale klimaatmodellen. Eén van de eerste integrale klimaatmodellen ter wereld heb ik zelf ontwikkeld, IMAGE: Integrated Model to Assess the Greenhouse Effect. Het model is gebruikt in de klimaatonderhandelingen op weg naar het Kyoto-Protocol en ook nu nog, 25 jaar nadat ik er mee begon, wordt het model in een geëvolueerde vorm nog steeds gebruikt door het RIVM in Bilthoven. Een integraal klimaatmodel omvat de oorzakelijke factoren van het klimaatprobleem, activiteiten die leiden tot uitstoot van broeikasgassen, het fysisch-chemisch-biologisch mechanisme van de opwarming van de aarde en de mogelijke economische en ecologische gevolgen ervan. Deze geïntegreerde modellen zijn complex maar niet zo gecompliceerd, omdat ze relatief data-arm zijn en daardoor snel. Ze lenen zich bij uitstek voor scenario-berekeningen en de eerste IPCC-scenario’s zijn eind jaren 80 met deze modellen doorgerekend.

De meest uiteenlopende scenario’s zijn met IMAGE doorgerekend en alle uitkomsten wezen in dezelfde richting. Om echt iets aan het klimaatprobleem te doen zijn CO2-emissiereducties nodig van 50-80%. Ook toen hadden we al een absolute temperatuurstijging van 2 graden Celsius als bovengrens, waaruit de reductie percentages voor CO2 en andere broeikasgassen werden afgeleid. Reeds in 1989 publiceerden we dit in een IPCC-rapport over de scenario uitkomsten met onze klimaatmodellen. We gaven destijds aan dat alles op alles gezet moest worden om een dergelijke omvangrijke CO2-reductie te realiseren. En energiebesparing én duurzame energie én kernenergie en CO2-opslag (nu CCS). Ruim 10 jaar later, in 2000, herhaalden Rene Kemp en ik dit pleidooi in de vorm van een transitiebeleid, als aanvulling en aanscherping van het toenmalige beleid.

Inmiddels zijn we weer ruim 10 jaar verder en is de urgentie groter dan ooit. We zijn wat betreft de emissiereductie van CO2 de afgelopen 25 jaar niet veel opgeschoten: de gerealiseerde reductie in CO2-uitstoot is wereldwijd niet meer dan 5% geweest, waar hij minstens 25% had moeten zijn. In Nederland was de reductie weliswaar iets groter, ca. 10%, maar het merendeel daarvan is in het buitenland gerealiseerd. Kortom, de tijdsspanne om tot een definitieve omslag te komen is veel kleiner geworden. Waar we destijds dachten aan een tijdsspanne van 50 jaar hebben we nu nog maar de helft, pakweg 25 jaar over.

Deze ultrakorte tijdsspanne impliceert dat ons pleidooi van toen, én-én-én-én, niet meer opgaat. De tijd om in te grijpen is nu zo kort geworden en de mate van radicaliteit zo groot, dat slechts twee opties zijn overgebleven: forse energiebesparing en duurzame energie. Kernenergie en CCS kunnen weliswaar op korte termijn leiden tot verlaging van de CO2-uitstoot, maar deze winst is schijn. Omdat kernenergie en CCS inmiddels rechtstreeks concurreren met duurzame energie, leidt de focus op kernenergie en CCS de aandacht af van de benodigde snelle penetratie van duurzame energie. Dit leidt dan tot een verdere vertraging van de transitie naar duurzame energie. En een nog verdergaande vertraging van de noodzakelijke transitie maakt het ons onmogelijk om tot een reductie van 80% CO2-uitstoot te komen de komende 25 jaar. De én-én-én-én lijn zal de komende 25 jaar tot niet meer dan 25-40% CO2-reductie leiden.

Dit alles is uit te rekenen met hetzelfde IMAGE model van 25 jaar geleden. Dat is de wrange moraal van dit verhaal. De aanbevelingen en het klimaatmodel van destijds zijn nog steeds valide, de tijd die we daarvoor hebben is echter gehalveerd. Alleen een radicale omslag naar duurzame energie in pakweg 25 jaar kan nog soelaas bieden. En laat voor Nederland Duitsland één keer ons gidsland zijn. 




1 opmerking:

  1. De algemene ontkenning van het klimaatprobleem en peakoil is ontzettend pijnlijk. Goed dat u zo duidelijk zegt waar we staan, namelijk: (bijna) voor de afgrond.
    Dat durft bijna niemend meer.
    Go Urgenda!!!

    BeantwoordenVerwijderen