De Zwarte Transitie
Jan Rotmans
DRIFT, EUR
DRIFT, EUR
Eind 2010 begon een groep van 15 hoogleraren een protestactie tegen de 5 geplande nieuwe kolencentrales in Nederland. Deze groep omvat inmiddels bijna 70 hoogleraren op het gebied van energie, milieu en duurzaamheid. Vrijwel alle Nederlandse experts op die gebieden zijn aangesloten bij deze actie. De groep richtte zich in een open brief tot de energiebedrijven met het verzoek om te stoppen met het bouwen van kolencentrales in Nederland. In de open brief werden de belangrijkste bezwaren tegen kolencentrales nog eens op een rijtje gezet: (i) ze zijn overbodig: onze voorzienings- en leveringszekerheid is gegarandeerd zónder kolencentrales. De geplande kolencentrales zijn grotendeels bedoeld voor de export van elektriciteit; (ii) ze zijn enorm vervuilend: ze produceren enorme hoeveelheden fijnstof, roet, stikstofoxide en zware metalen; (iii) ze dragen sterk bij aan klimaatverandering: een grote kolencentrale produceert 6-8 miljoen ton CO2 per jaar, net zoveel als 1.5-2 miljoen auto’s per jaar; (iv) ze zijn schadelijk voor de volksgezondheid: mensen worden er ziek van (astma en andere luchtwegaandoeningen) en gaan er aan dood; (v) kolencentrales verdringen duurzame energie: ze gaan 40 jaar mee en zijn niet flexibel, waardoor ze duurzame energie uit de markt verdringen en de noodzakelijke transitie naar duurzame energie ernstig vertragen.
Maar wellicht het belangrijkste argument tegen kolencentrales is dat ze niet meer van deze tijd zijn. Ze horen bij het industriële tijdperk waarin wij fossiele energie gebruikten om in onze energiebehoeften te voorzien. We zijn nu het tijdperk binnen gestapt van schone energie, waarbij we duurzaam met de aarde en haar hulpbronnen omgaan. Dit verklaart ook het wereldwijd toenemende verzet tegen kolencentrales. In de Verenigde Staten is meer dan de helft van de geplande 231 kolencentrales afgeblazen en krijgt slechts 10% een bouwvergunning. In Europa staat meer dan de helft van de 60 geplande kolencentrales ter discussie. Er kleeft bovendien een groot risico aan de import van steenkool, die steeds lastiger en risicovoller wordt. De grote steenkoolproducenten als China, India en de Verenigde Staten gebruiken vrijwel alle steenkool voor eigen gebruik en gaan in de toekomst steenkool importeren, die dan uit Zuid-Afrika, Rusland en Australië moet komen. De leveringszekerheid komt dan in gevaar.